Sommige ontmoetingen blijven een richtingaanwijzer voor het leven.
In de week voor Pasen zag ik de documentaire Lamentations of Judas. Angolese oud-soldaten vertellen daarin hoe ze vanuit de burgeroorlog in Angola terechtkwamen in het Zuid-Afrikaanse leger en daarin streden voor het apartheidsregime. De film onderzoekt hoe deze mannen zoveel jaren later omgaan met deze complexe situatie. Wie verraadde er wie? Zijn ze dader, of slachtoffer, of beide tegelijk en wie bepaalt dat?
Kindertehuis Quissala
De verhalen van de oud-soldaten over hun situatie in Angola herinnerden me aan een indrukwekkend gesprek met Gervasio Manuel. Ik werkte halverwege de jaren negentig als vrijwilliger voor een hulporganisatie in Angola, achteraf bezien tijdens een korte periode van vrede in de jarenlange bugeroorlog. Deze oorlog duurde van 1975 - 2002 en brak uit na de koloniale ofhankelijkheid van Portugal.
We bezochten destijds met een aantal collega's het kindertehuis Quissala nabij de stad Huambo. In het tehuis woonden ongeveeer 90 kinderen en ze kregen er ook onderwijs. De directeur maakte zich zorgen over de gezondheid van Gervasio Manuel. Zijn rug was misvormd en ze wist niet of hij zo volwassen kon worden. Medische documenten hierover ontbraken. Gervasio Manuel was geboren in Huambo en kwam op zijn achtste met zijn jongere broer in het kindertehuis van de hulporganisatie terecht. Hij wist niet wat er met zijn ouders en familie was gebeurd. Kindertehuizen van de overheid waren overvol. Naar dit tehuis gingen jonge kinderen voor wie het onwaarschijnlijk was dat er nog familie werd teruggevonden. De kinderen waren hun papieren kwijtgeraakt en herinnerden zich geen details over hun achtergrond.
Openhartig over oorlog
Gervasio Manuel was een jaar of 13 toen ik hem ontmoette. Hij vertelde openhartig en feitelijk wat de kinderen meemaakten tijdens heftige gevechten in en rondom Huambo eind 1992 tot begin 1993. Het klonk als een getuigenis. De leiding van het kindertehuis was in die periode van gevechten afwezig totdat er eind 1994 weer een vredesbestand werd gesloten. Er vielen fosforbommen bij het kindertehuis, er vlogen MiG gevechtsvliegtuigen over. Soldaten van verschillende strijdende partijen sloegen kamp op in Quissala en bedreigden, bestalen en mishandelden de kinderen. Ze sliepen buiten, zonder matrassen, dekens en eten. Eén van de kinderen liep weg uit angst en niemand wist wat er met de jongen was gebeurd.
Het verhaal dat Gervasio Manuel vertelde, schreef ik destijds op, vertaalde het en het is te beluisteren via een audiobestand: '57 dagen oorlog en we vluchtten niet'
Wat bezielt mensen
Mijn verblijf in Angola confronteerde me voor het eerst met ontwrichting en vragen naar zin: kapotte wegen, dorpen en steden, overal mijnenvelden en ontoegankelijke natuur, ontheemde en verarmde mensen. De gevolgen van jarenlange strijd. Wat kon daarop mijn antwoord zijn? Enkele jaren later studeerde ik Humanistiek en onderzocht de werking van inspiratiebronnen bij het zoeken naar zin.
Ik beschouw Gervasio Manuel nog steeds als een van mijn inspiratiebronnen en onderdeel van mijn geweten. Hij deelde zijn oorlogsverhaal en maakte daarmee inzichtelijk wat hij had doorstaan. Zijn broze voorkomen en zachte kracht maakten indruk. Hij toonde hoop voor de toekomst en had het leven weer opgepakt. Hij ging naar school, maakte miniatuurhelicopters en -auto's, leerde een vak, verbouwde met zijn klasgenoten eten in de moestuin. Tekende wat hij later wilde doen: een eigen bedrijf leiden en dan zelf zijn auto en motor besturen.
Van hem en de andere kinderen ging gastvrijheid, vriendschap en vrede uit ondanks hun treurige situatie. Ze hadden de wens om het goede te doen voor de mensen in Angola. Door de ontmoeting ging ik me afvragen wat mensen bezielt en wat we als medemensen voor elkaar betekenen. Hoe kom je tot het goede om te doen en hoe kom je tot mensonterende daden, hoe bereik je innerlijke vrede. Wat is de rol van de ander daarbij?
De beelden en herinneringen gingen door me heen terwijl ik naar de documentaire keek. Het kwam in me op dat oordelen over de daden van de geportretteerde oud-soldaten misplaatst zou zijn. In plaats daarvan probeerde ik me te openen voor hun lijden, dat had ook mijn lijden kunnen zijn: het ís mijn lijden. Zou ontzag en compassie voor mensenlevens, voor alle leven, hier een goed antwoord zijn, een weg om te gaan?
Meer informatie
- Luisterbestand '57 dagen oorlog op Quissala en we vluchtten niet'
- Samenvatting onderzoek Aard en werking van een inspiratiebron
- Informatie documentaire Lamentations of Judas
Ik heb nog steeds de tekeningen bewaard met toekomstdromen, korte interviews en foto's van de kinderen van Quissala uit die tijd (1995-1996). Ook onderzocht ik de gezondheid en leefomstandigheden van de mensen die rondom Benguela woonden in de bairros Mina, Cambangela, Graça en Calumburaco en schreef daarover een verslag. Wanneer je geïnteresseerd bent in deze (analoge) materialen neem dan contact me op.